Door Eelco - Boeddhistisch Dagblad
Als buschauffeur heb ik soms een niet onaanzienlijke invloed op het levensverloop van een passagier. Zo hoor ik bij vertraging wel eens dat iemand daardoor een aansluiting mist en daardoor een belangrijke afspraak, bv. een sollicitatiegesprek of een afspraak in een ziekenhuis. De oorzakelijkheid der dingen, zal ik maar zeggen. In zo’n geval vertel ik dat ik zelf voor een belangrijke afspraak altijd een bus te vroeg neem. ‘De gang van zaken op de weg is immers onvoorspelbaar.’ Wat kunnen we anders dan elkaar iets van onszelf aanreiken?
Soms is onmiddellijk zichtbaar hoe diep ik als buschauffeur ongewild ingrijp op het leven van een ander. Dat zijn onder anderen de momenten waarop ik bij een halte mensen samenbreng of juist uit elkaar haal.
Er is op de bel gedrukt. Er staat iemand bij de halte waar ik naar toe stuur. Iemand met een verwachting in het gezicht. Iemand met in de ogen de gespannen kwetsbaarheid van een vooralsnog onvervuld verlangen. De ogen zijn niet op mij gericht maar zoeken de bus af. Plotseling opent het gezicht zich. Terwijl de bus nog rolt is iemand al niet meer alleen, niet meer zonder de ander. Bij het wegrijden pluk ik via de buitenspiegel op discrete wijze als het even kan nog iets mee van zo’n weerzien.
Ook het omgekeerde gebeurt. Ik nader een halte waar in de beslotenheid van de late avond twee jonge mensen in elkaar verstrengeld staan. Als ik stop maakt het meisje zich los, stapt zonder mij te zien naar binnen, gaat halverwege de bus zitten, legt haar telefoon op schoot en begint onmiddellijk al haar vriendinnen deelgenoot te maken van haar amoureuze beleving. (Dat laatste kan ik natuurlijk alleen maar vermoeden, maar doe dat als vader van twee dochters niet geheel ongegrond). De jongen loopt zonder op- of om te kijken met afhangende schouders en gebogen hoofd weg en verdwijnt om een hoek. Lijden heeft veel gezichten.
Eelco