Door Eelco - Boeddhistisch Dagblad
Met lijn 50 van Wageningen naar Utrecht passeer ik altijd net voorbij Rhenen een stukje weg waar de passagiers en mij een wijds uitzicht over de Rijn en haar uiterwaarden wordt gegund. Een paar dagen geleden bereikten we dit punt op het moment dat de zon zich juist aan het terugtrekken was, achter de horizon. Ik was met m’n gedachten bij een nogal afstandelijk gesprekje dat ik die middag met m’n dochter had. Er zaten zo’n acht passagiers verspreid door de bus, schuin achter mij een dame op leeftijd. Op de achterbank zat een jeugdig stelletje te dollen.
Toen we de laatste gevels van het stadje waren gepasseerd werden we overvallen door een oppermachtig schouwspel. De hemel was een waaier van kleuren door zachte overgangen aan elkaar verbonden. Felle rode en gele vlammen aan de einder, vervloeiend in grote paarse velden tot boven de rivier, de veerboot, de kribben met de bakens, de steenfabriek… De kleuren weerkaatsten in het water, gebroken door de bewegingen aan de oppervlakte.
Ik zette de bus aan de kant van de weg stil. Binnen zweeg iedereen. Hoezo dharmastudie en mediteren? Hier lag het achtvoudige pad voor me, in water, aarde, lucht en vuur uitgedrukt. Op datzelfde moment verdween de zon: ‘…dit is wat ik je aanreik, de rest moet je zelf doen…’ Ik sloot mijn ogen.
‘Waarom stoppen we, chauffeur?’
‘Dat weet ik zelf ook niet, mevrouw. Ik wilde gewoon even stoppen en kijken.’
‘Ja…’ zei ze zachtjes, ‘…het is wel mooi…’
Eelco.