’t Vèèn…

Door Eelco - Boeddhistisch Dagblad

’t Vèèn’ en legt een briefje van twintig Euro neer.
Ik betaal hem met een hand vol losse munten terug.
‘Nu ben je een rijk man. Heb ik jou niet eerder in de bus gehad?’.
‘Kan ik me niet herinneren’.
‘Jij bent toch die karateka uit Elst?’
‘Klopt ja.. nou weet ik het weer… toen hebben we ook al zitten praten..’.
‘En toen kwam je ook al aanzetten met zo’n grote flap’.
Een rood kruis op m’n dashboard licht op en een harde zoemtoon klinkt.
‘Als dat je schoonmoeder is: wegdrukken’.
‘Het koelstofpeil is wat laag; in de bochten komt de sensor vrij. Mijn schoonmoeder is trouwens een lief mens’.
‘Jij hébt tenminste nog een schoonmoeder..’.
‘Jij niet dan?’
‘Ik heb twee relaties gehad en dat was allemaal niks. Mijn schoonouders konden geen kinderen krijgen, denk ik maar’.
Voor mij stopt een motorrijder plotseling. Ik moet stevig remmen.
‘Doet me denken aan die politieman op z’n motor die deze week is aangereden door een vrachtautochauffeur. De agent had hem net een bon gegeven. Ze hebben ‘m los moeten laten omdat de camerabeelden hem vrij pleitten, maar ze naaien hem vast nog wel. Als je aan een politieman komt ben je al gauw een paar keer met Kerst niet thuis’.
‘Heb je ervaring?’
‘Nee, ik heb het nooit verder gebracht dan bureau Halt’.
‘Was je stout geweest?’
‘Hij begon’.
‘Tsja…’.
‘Ik had in een kwartier tijd drie keer gewaarschuwd en toen vond ik het wel genoeg. Niet dat ik nou in m’n eentje een kroeg leeg sla, maar als het moet… Ik heb me ook wel ’s vergist in iemand, kijk…’. Doet mond open en toont verschillende gaten in z’n gebit. ‘Maar ja.. je moet ook kunnen incasseren. Vroeger ging ik ver. M’n vrienden zeiden wel ‘s ‘blijf nou liggen, dit win je niet…’, maar dan kroop ik toch weer overeind… Maar met de jaren word je wijzer’.
‘Ben je nu op het rechte pad?’
‘Recht pad, ja, zeg je goed, want ik ga geen centimeter aan de kant. Gooi me er hier maar uit. Goeie dienst nog!’
‘Bedankt en rustig aan, hè!’