Door Eelco - Boeddhistisch Dagblad
Haast is een raar ding. Ik bedoel niet de haast als keuze. Zoals je naar iemand die in elkaar zakt toe haast om te helpen. Ook doel ik niet op de evolutionair effectief gebleken haastreflex om je te redden uit de klauwen van een sabeltandtijger of de hedendaagse equivalent daarvan: een straatpropagandist in verkiezingstijd. Ik heb het over de haast als ogenschijnlijk doelloze drijfveer die om voor mij onbegrijpelijke redenen een belangrijke plek in onze cultuur veroverd lijkt te hebben.
Die haast is een groeiend en gevaarlijk verschijnsel in het verkeer. U zult dat misschien herkennen. Wij buschauffeurs lopen er wellicht nog wat harder tegen aan. Niet alleen omdat we veel op de weg zitten, maar ook omdat wij onszelf met onze grote diesellijven betrekkelijk langzaam bewegen. We komen traag op gang bij groen, we persen ons als dikke keutels door de dunne darmen van stad en dorp en we zwoegen als een oud paard in de tredmolen de rotonde door. Ook de buschauffeur zelf is over het algemeen een langzaam bewegende figuur. Als de passagiers trappelend, het horloge raadplegend, al minutenlang op het perron klaar staan, komt hij niet eerder dan strikt noodzakelijk de kantine uit, roept nog een laatste kwinkslag naar z’n collega’s, treedt als een vorst over het station, groet met een gulle glimlach een vertrekkende chauffeur, laat de zware tas van z’n schouder glijden, opent met een groot gebaar de deur, stapt in alle rust naar binnen, zet zich op zijn zetel die hij zorgvuldig op zijn maat instelt, haalt kas, stempel en kaartjesbord tevoorschijn, verstelt de binnen- en buitenspiegels, voert wat gegevens in op een klein beeldscherm en draait zich tenslotte naar de openstaande deur, waar nog niemand doorheen durfde te gaan. Hij lijkt voor het eerst het veelkoppig publiek te zien dat de gehele procedure met stijgend ongeduld en groeiende ergernis heeft gevolgd. Het ‘goedemorgen’ dat hij vervolgens luid over de hoofden heen roept is een startschot dat opgekropte energie in onstuitbare beweging brengt.
Ik heb er enige tijd over moeten doen om het belang van deze basishouding te onderkennen en me deze eigen te maken. Vrijwel elke ontmoeting tussen twee buschauffeurs eindigt overigens met de woorden: ‘Rustig aan, hè!’ ‘Jij ook! En een goede dienst!’ Eigenlijk verkeren buschauffeurs in een voortdurend staat van meditatie. Innerlijke rust is de basis voor wakkere gewaarwording. Mindfulness. De chauffeur moet immers op een druk verkeersplein of in een winkelstraat waar fietsers en voetgangers kris kras zijn pad kruisen overzicht houden, kansen en bedreigingen inschatten, het onverwachte verwachten. Het overige verkeer raast om hem heen en vertrouwt blind op zijn vakmanschap.
Want de meesten hebben haast. Even vóór die kruising of vóór dat zebrapad inhalen, bij het wegrijden van een bus er nog snel even langs, nog gauw even oversteken… Haast is zo’n overheersende drijfveer dat ze door velen gekoesterde waarden met gemak verslaat. Haast drukt hoffelijkheid, het elkaar iets gunnen letterlijk van de weg. Haast overklast de zorg voor eigen en andermans veiligheid. Haast leeft een eigen leven, beheerst mensen, zoals alcohol een verslaafde beheerst. Ik zag een oudere man, met de fietskaart op een standaard aan het stuur, die met gevaar voor eigen leven vlak vóór mij nog de straat op moest, van wie of wat? Een jonge moeder die een buggy met daarin haar kind voor zich uit duwend (!) plotseling achter een bus tevoorschijn kwam, een man in een auto die de bus die ik van een halte af de straat opdraaide nog even snel passeerde en op een haar na een tegenligger miste. Deze voorvallen vonden binnen één uur plaats…
Wat is haast? Misschien een gevoel van onvoldoende tijd hebben of van altijd te laat zijn. Maar kún je te weinig tijd hebben? En is altijd te laat zijn niet als de ezel die achter de wortel aanloopt die aan een aan zijn halster vastgebonden stok voor hem bungelt. Hij is altijd te laat. Misschien ook is er de angst om minder snel te zijn dan de ander. Haast is de tijd voorbij willen lopen. Haast is van tijd een kooi maken en jezelf er dan in opsluiten. Haast heerst, van de ochtend tot de avond. Snel je bed uit als de wekker voor de tweede keer heeft geklonken tot de avond: ‘nog even de hond kort uitlaten en dan gauw naar bed!’. En ’s nachts? Hoe haastig zijn onze dromen? Of zijn we juist alleen dán wakker?
Voor deze gelegenheid nodig ik lezers uit om te vertellen wat haast is. En snel natuurlijk. De beste inzending krijgt een gedicht van mij over ‘boeddhist en haast’ toegezonden. Tenminste als ik tussen alle drukte door de tijd vind om het te schrijven. Bij de beoordeling spelen haast, dat wil zeggen snel geschreven, haastig ingezonden of anderszins door haast geïnspireerd, en originaliteit een grote rol.