Quantcast
Channel: Berichten over Eelco van der Meulen - Boeddhistisch Dagblad
Viewing all articles
Browse latest Browse all 124

‘MOKUSO!’ Zitten en stilte

$
0
0

Door Eelco - Boeddhistisch Dagblad

Onder de titel ‘Parels van de Boeddha’ zal met enige regelmaat in het Boeddhistisch Dagblad een column verschijnen die een minder bekende boeddhistische traditie voor het voetlicht brengt.

Ik ben geen historicus en er zullen ondanks de zorgvuldigheid die ik zal betrachten zeker onvolkomenheden in de teksten voorkomen. Ik vermoed dat er veel kennis onder u aanwezig is en ik nodig u uit corrigerend, aanvullend of anderszins te reageren. Ik loop niet weg voor mijn verantwoordelijkheid maar verbind niet mijn ego aan de teksten. Elke reactie is per definitie verrijkend.

Moge deze columns een bron van inspiratie en uiteindelijk het resultaat van gezamenlijke inspanning zijn!

De eerste aflevering is een persoonlijke getuigenis en behandelt de Wado-Ryu traditie.

Zo ongeveer van mijn 25e tot mijn 35e levensjaar woonde ik in Hoorn. Ik volgde er lessen karate-do in de Wado-Ryu traditie bij Harm Massee sensei (geb. 1948, 7e dan).

Wao-Ryu (weg van de harmonie) is een Japanse Budo sport, ontwikkeld vanuit de eeuwenoude Indiase Yoga (Daruma) en het Chinese Kempo. De boeddhistische monnik Ruma Taishi kwam uit India naar China en begon daar in het Shaolin-Szu klooster de lichamelijke en geestelijke discipline te onderrichten die later Shaolin-Szu Kempo werd genoemd. De oude Japanse zelfverdedigingstechniek Okinawa-Te (Okinawa betekent lege handen) werd in de 16e eeuw vervolgens sterk door deze Chinese Kempo beïnvloed.

In 1406 AC lukte het de beroemde koning Sheo Hashi uit de Okinawa dynastie de Japanse Ryukyu-eilanden in één koninkrijk te verenigen. Om het gezag van de regering zeker te stellen en potentiele militaire rivalen af te schrikken nam hij alle wapens in beslag en verbood het bezit ervan. Latere machthebbers zetten dit beleid voort. Hierdoor heeft Okinawate-Karate, de verdedigingskunst met lege handen, in die tijd een sterke ontwikkeling doorgemaakt. In 1816 berichtten oorlogsschepen aan Napoleon dat zij een klein, vreedzaam land hadden aangetroffen waar de mensen geen wapens bezaten. In werkelijkheid was dat dus niet op vrijwillige basis.

Wado Ryu is een verbond voor het leven
Met gesloten ogen
Zie ik het binnenste tot in de details
Dus zie ik mijn ware aard

Karate was altijd een betrekkelijk geheime budo kunst geweest totdat Jigoro Kano sensei, de grondlegger van judo, in juni 1922 in Tokio een bijeenkomst organiseerde waarin karate aan een groot aantal budoka (judoka, kendoka, jiujisuka, etc.) werd gedemonstreerd. Deze raakten erg onder de indruk. In de jaren veertig ontstonden verschillende stijlen waarvan Shotokan (met een hoge houding), Kyokushinkai (met een lage houding) en Wadokai (midden houding) bij sportscholen in Nederland in onze tijd nog steeds zijn terug te vinden. Op zo’n 500 scholen in Japan wordt onderricht in Wadokai gegeven en de meeste kampioenen op de vele toernooien, ook in het westen, komen uit deze stijl voort. In Europa waren het Tatsuo Suzuki sensei (1928 – 2011) en Teruo Kono sensei (1934 – 2000) die de stijl propageerden en de kwaliteit van het onderricht bewaakten. Ik had de eer van beide meesters meerdere lessen te mogen volgen.

Karate Ni Sentenashi: Karate is geen agressieve maar een verdedigende traditie. Een goede karateka is niet alleen een gedisciplineerde sportman of vrouw maar dient zich ook hoffelijk en gedienstig naar andere mensen te gedragen. Daarnaast toont hij respect voor zijn leraar en gedraagt zich correct in de dojo.

Mokuso Eelco leermeester

Mokuso Eelco leermeester

Harm Massee sensei is voor mij een belangrijke zenmeester geweest. Begrippen als boeddhisme, dharma, etc. zijn nooit gevallen. Er werd sowieso nauwelijks gesproken. In de dojo door de leerlingen al helemaal niet (op de uitademende vechtkreet ‘KIAI’ en de rituelen aan het begin en het eind van de beoefening na: ‘Sensei Ni Rei’, ‘Otaga Ni Rei’: groet aan de leraar, groet aan de medeleerlingen). Zijn secondant (een buschauffeur!) begeleidde de (behoorlijk intensieve) warming up en Massee sensei zelf liet daarna de techniek van de dag zien, maar sprak er nauwelijks over. Wij moesten deze eindeloos herhalen (Ichi, Ni, San, Shi, Ichi, Ni, San) en hij liep rond. Een hand iets draaien, een knie iets verder naar buiten, het hoofd wat naar voren, … Soms gaf hij een lichte schop tegen een onderbeen en dan ging je onderuit. De boodschap was duidelijk: je stond niet stevig op de aarde. Voelen leverde meer op dan praten. Sommigen noemden hem hard en autoritair en haakten af. Ik ervoer hem als liefdevol en dienend. In de stille, lege dojo en onder zijn bekwame en eenduidige leiding kon ik mezelf optimaal ontvouwen.

Mokuso column EelcoOp zaterdagochtend gaf hij voor belangstellenden les in meditatie. Ook hier vielen nauwelijks woorden behalve dan de opdracht tot meditatie: ‘MOKUSO!’. Zitten en stilte. Harm Massee sensei liep met een bamboe oefenzwaard achter ons langs en gaf bij een wegzakkend lichaam of bij afdwalende gedachten (hoe hij dat zag? geen idee!) een stevige tik met het zwaard op de rechter schouder. We maakten in zo’n geval dankbaar met de handen voor de borst gevouwen een buiging.

Twee maal per jaar begeleidde zijn Japanse vrouw voor ons een traditionele theeceremonie , waarbij wij dienend en toegewijd meesterschap van de hoogste orde mochten ervaren. Haar fijnbesnaarde, in Japanse kleding gehulde verschijning, haar toegewijde blik en haar aandachtige bewegingen raakten mij zo diep, dat – eenmaal thuis – de eerste keer de tranen van ontroering over mijn wangen biggelden. Ik eerde haar door volop te genieten van de thee die ze mij, terwijl ze op haar knieën voor mij zat, met beide handen aanreikte.

Elk jaar, in september meldden zich nieuwe leerlingen aan. Er hoefde niet geworven te worden. Het waren veelal jonge jongens, waarvan zeker de helft kwam ‘vechten’. Verschillende van die knapen hadden op straat al de nodige ervaring opgedaan. Massee sensei gaf ons opdracht elk van die jongens in een vrij gevecht een goede les te leren. De jongens die de volgende keer terugkwamen waren welkom. Dat waren er niet veel en meestal niet de straatvechters.

Theeceremonie.

Theeceremonie.

Op toernooien beoefenden de meer ervaren leerlingen Jiyu Kumite, het vrije gevecht. Ik leerde er dat de wens om te winnen, een lage dunk van de tegenstander, afdwalende gedachten, een bedachte strategie,.. vrijwel zeker tot verlies van de partij leidden. Alleen technieken die voortkwamen uit een leeg hoofd, aandacht en respect voor je tegenstander en een ontspannen maar attent lichaam werden, indien perfect uitgevoerd, door de scheidsrechters met een Wazari (halve punt) of een Ippon (vol punt) gewaardeerd. De scheidsrechters – meestal van Japanse origine – hadden daar op ogenschijnlijk mystieke wijze oog voor. Alsof ze met hun emotievrije blik dwars door je heen keken. In mijn laatste wedstrijd werd ik door een jonge karateka met een schitterende Mawashigeri (hoge schop tegen de zijkant van het hoofd) neergelegd. Ik was even dizzy maar voelde zo’n bewondering voor de schoonheid van zijn techniek en de beheersing waarmee ze werd uitgevoerd, dat ik diep en dankbaar voor mijn jonge tegenstander boog bij het per direct uitgeroepen einde van de wedstrijd. Tegelijkertijd wist ik dat ik te oud was geworden voor de toernooien.

Professor Hironori Ohtsuka, de leraar van Teruo Kono, sprak eens: ‘Spieren vergeten niet, ook wanneer het hoofd de bewegingen al wél is vergeten’. Tot op de dag van vandaag doe ik mijn voordeel met de lessen van Harm Massee sensei. Ik heb de technieken nooit buiten de dojo hoeven gebruiken. Gelukkig was daar weinig aanleiding voor, maar Ik geloof ook dat het komt omdát ik de technieken heb leren beheersen. Als ik een enkele keer achter in de bus de orde moet herstellen, dan levert het vertrouwen in mijn vaardigheden ongezegd voldoende gezag op. Ik vraag me sterk af of mijn technieken in werkelijkheid nog wel effectief zouden zijn, maar dat hoeven zij niet te weten.

Wij leerden – zonder één woord uit de boeddhistische leer gehoord of gelezen te hebben – dat ‘ik’ en ‘willen’ voor de voeten lopen en dat leegheid, aandacht en eeuwenoude techniek samenvallen. Ik heb in andere steden verschillend sportscholen bezocht, maar nergens vond ik nog een gewijde dojo als daar in Hoorn en een dienende Zenmeester als Harm Massee sensei. Hij was jarenlang kata examinator en vervulde en vervult tot op de dag van vandaag nationaal en internationaal diverse bestuurlijke functies.

Sensei Ni Rei!

Lessen en demonstraties onder leiding van met Harm Massee sensei:

Bekijk op YouTube

Update (19 okt, PvB):

  • Layout aangepast, youtubefilmpje embedded
  • MOKUTO in de tekst gewijzigd in MOKUSO

Viewing all articles
Browse latest Browse all 124